Workshop / activiteit

Boris Kyuchoukov


Naam: Boris Kyuchoukov
Huidige functie: Rijkstrainee Rijksoverheid
Was student: Algemene Sociale Wetenschappen
Panel: Openbaar bestuur: Overheid

Ik ben Boris, 25 jaar en afgestudeerd van MSc Social Policy and Social Interventions (Arbeid, Zorg en Participatie) in 2017. Momenteel werkzaam als Rijkstrainee bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Inspirerend moment: Ik ga u een verhaal vertellen over het proces van maken van beleid en persoonlijke voldoening. Enkele maanden geleden ben ik samen met twee collega’s van directie Internationale Zaken van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid begonnen aan een project over de sociale dimensie van de Europese Unie. Vanuit het Ministerie zouden wij namelijk graag zien dat er in Europa meer aandacht komt voor mensen die het minder goed voor elkaar hebben. Maar hoe krijg je zoiets voor elkaar en waar begin je überhaupt? Wij dachten – door heel veel te gaan luisteren. Wij zijn daarom begonnen met mensen uitnodigen voor gesprekken – eerst binnen ons eigen ministerie, daarna andere ministeries, vervolgens verschillende sociale partners en tot slot andere lidstaten en koepelorganisaties in Europa. In totaal hebben wij tientallen presentaties, gesprekken, overleggen, koffie-afspraken en informele meetings gehad waarin de thema Sociaal Europa centraal stond. Langzaam maar zeker begonnen wij een beeld te krijgen van wat mensen belangrijk vinden en welke veranderingen zij zouden willen zien. Deze belangen hebben wij vervolgens vertaald naar in totaal 30 beleidsvoorstellen. Daar heb ik ook een paar van mogen schrijven. Ik vond het wel spannend – dit was namelijk de eerste keer dat ik zoiets deed. Om te zorgen dat er genoeg steun was voor deze voorstellen, hebben wij onze collega’s gevraagd om ze te beoordelen op basis van maatschappelijke relevantie en politieke haalbaarheid. Elke voorstel kreeg dus een score op die twee vlakken. Tot slot zouden wij een handjevol voorstellen die het hoogste score hadden gekregen verder uitwerken en openbaar gaan presenteren – aan onze minister, aan de Tweede Kamer en uiteindelijk in Europa.
Tijdens alle gesprekken die wij eerder hadden gevoerd ben ik bewust gaan zoeken naar een rode draad – wat zijn de gemeenschappelijke belangen van zowel ambtenaren, maar ook werknemers, werkgevers, lidstaten, politici? Uiteindelijk heb ik een beleidsvoorstel over datgene geschreven, wat naar mijn gevoel door iedereen omarmd zou kunnen worden. Naar mijn verbazing gingen mijn collega’s alle 30 voorstellen beoordelen en kreeg mijn voorstel steeds een extra puntje bij voor zowel de haalbaarheid als voor de maatschappelijke relevantie. Uiteindelijk kwam mijn voorstel dus uit met de hoogste score van alle 30 beleidsvoorstellen.
Kans was dus zeer aanwezig dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid iets van mijn pen zou gaan lezen! En niet zomaar iets – het ging om de eerste beleidsstuk wat ik ooit had geschreven. Sterker nog, mocht de minister het goed vinden, zou mijn stukje snel richting de Tweede Kamer gaan en – wie weet – naar de Europese Commissie. Je kan je alleen voorstellen hoe goed dat voelt nadat je één jaar lang een masteropleiding aan de UU hebt gevolgd over hoe je zo’n stukje moet gaan schrijven!